Ronde vier voor ploeg 4

Op mijn 46ste verjaardag mocht onze ploeg thuis aantreden voor ronde vier van de Interclub. Deze keer tegen Roeselare die een sterkere opstelling heeft en waarmee we gedeeld eerste stonden. Vooral Martijn op bord 1 stak er qua rating wat bovenuit. Het plan was dus dat ik waarschijnlijk wel ging verliezen, maar bord twee en drie hopelijk zouden winnen tegen gelijk opgaande tegenstand. En als bord 4 voor de verrassende remise kon zorgen ;) Alles was mogelijk.

Ik speelde een ongevaarlijk, oud systeem, uit een boek van 2003. Waar de auteur niet de engine maar Kasparov als referentie neemt. Ja, die schaakte toen nog. Wit heeft in die variant niet echt voordeel, maar het speelt makkelijk. En het is niet zo gekend. Altijd een plus. Martijn belaagde mijn damevleugel maar als Kasparov niet onder de indruk was moest ik het ook niet zijn. Ik bleef rustig het centrum controleren. Maar ook al was mijn tegenstander sterker, braaf zijn ligt me niet. Hoe gaat dat gezegde weer: Wie braaf is krijgt er ook? Dus besloot ik, in navolging van Anand, dan ook maar al mijn koningspionnen vooruit te gooien richting Marijn zijn stelling, wat op zich wel een correct plan bleek maar het gaf me wel wat tunnelvisie...

Op bord twee zag het er best OK uit voor Jeroen. Timothy op bord drie leek gelijk op te gaan. Ferry op bord vier had helaas iets te enthousiast het centrum opengebroken alvorens zijn stukken waren ontwikkeld. Dat zag er minder uit. Maar mijn stelling mocht er best zijn. Mijn tegenstander kroop serieus in zijn denktank, zijn stukken trokken zich terug achter de derde lijn... Ik kon best tevreden zijn.

Ik zette mijn koningsaanval voort. Met iets te veel tunnelvisie helaas, waardoor ik goede zetten die ik kon uitvoeren langs de damevleugel miste. Terwijl het wel logisch is. Alle stukken van zwart staan rond de koning, mocht ik een tweede front kunnen openen... Het principe van twee zwaktes heet zoiets denk ik. Ik bleef echter druk zetten op de koningsvleugel. Ik hoopte iets beter te staan, de engine evalueert het als gelijk.

Rond zet 20 begon ik het wat te forceren en bracht ik mijn loper ook in stelling voor een koningsaanval. Al maakte ik me geen illusies dat ik het in time scramble wel ging verprutsen, ik was tot nog toe tevreden van mijn spel. Ik was er toch niet afgezet in 20 zetten, Martijn zuchtte en pufte achter zijn bord. Mijn ego was alvast gered. 

Op dit moment hielden ons bord twee en drie zich niet aan de afspraak en maakten beide remise. Bord 4 zag er niet goed uit, dus als de ploeg wou gelijkspelen moest ik winnen. Dat was niet echt het originele plan maar goed. Vooruit met de geit dus.

Met tijdnood naderende smeet ik mijn pionnen, paard en loper nog wat verder. Maar Martijn bleek een koele kikker en kon alles netjes toehouden. In tijdnood overspeelde ik zoals gebruikelijk mijn hand, Martijn vond een goede resource en plots gaf de engine plus drie voor zwart.

Rond zet 30 was het spreekwoordelijke kalf volledig verdronken. We blitzten nog wat verder tot aan de 40e zet, vooral omdat ik de tijd niet had om te zien hoe erg het was ;) Ik leefde op increment.

Na zet 40 was het echter snel duidelijk dat het voorbij was. Martijn zijn twee lopers schoten mijn koning aan stukken en op zet 44 gaf ik op. 

De ploeg verliest, maar ik was wel tevreden van mijn spel. Zoals steeds ga ik er in tijdnood tactisch onderuit tegen sterkere spelers. Kwestie van dat rekenen wat meer te trainen als we daar ooit eens tijd voor vinden :-) Maar ik speelde mee en heb hem goed laten zweten en zuchten.

Het ploeg eindresultaat 1-3 geeft een harder beeld dan nodig. Ikzelf flirtte met de plus 1 SF evaluatie tussen zet 20 en 30. Jeroen op bord twee zette zijn tegenstander goed onder druk en weigerde wijselijk zijn gratis b2 pion. Timothy wist zich naar een goede stelling te manoeuvreren en bleek naderhand misschien toch iets te snel de remise aanvaard te hebben. Ferry op bord 4 zijn breekzet kon wat beter getimed worden. Al waren we onze eerste positie kwijt, we gingen met opgeheven hoofd de ton analyse ruimte in.

Het toeval wou dat ik de daaropvolgende dinsdag de vruchten van mijn partij kon plukken. In het Open toernooi van Lokeren kon ik exact dezelfde variant spelen. Daar alles nog zo fris in het geheugen zat leek me dat ideaal voor een dinsdagavond na een lange werkdag. Mijn tegenstander Marc speelde een gelijkaardig plan als Martijn met een snelle aanval op mijn damevleugel. Nu was ik 100% zeker dat deze ongevaarlijk was, ik speelde alles aan tempo en na een uur spelen stond ik een half uur voor op de klok. Enkele tactische foefjes later stond ik zelfs een kwaliteit voor.

waz
Wit aan zet staat een kwaliteit voor. Maar nu?

Mijn tijdvoordeel bleek ik ook broodnodig te hebben toen de vermoeidheid om 22u toesloeg. Twee koffies later lukte het rekenen weer en kon ik zowaar het volle punt binnenrijven. In bovenstaande stelling had ik de doorbraak voorzien. De kwaliteit teruggeven met Txe5, dxe, gevolgd door d6 Td7 en Dd5. Dat zag er toch goed uit, ook al stond het materieel gezien terug gelijk.

sss
Zwart aan zet speelt Dg3. Wat is wit zijn beste zet?

Gelukkig voor mij beging mijn tegenstander in bovenstaande stelling een blunder in tijdnood. Hij speelde Dg3 en na mijn tegenzet gaf hij op. Zo bracht mijn verliespartij van zondag me toch nog de winst op dinsdag ;-).

Categorie

IC